Westfriese families
Westfriese Families

Kwartaalbladen » 1954-1966 (jaargang 1, 1955) » No. 6 » pagina 31-33

Brugman

Het is gebleken, dat vele Westfriezen een of meer Brugmannen onder hun voor-ouders tellen. Dit is ook niet verwonderlijk, meerdere gezinnen waren in de 18e eeuw zeer kinderrijk en bovendien als echte plattelandsfamilies, zeer hokvast. Met de beroepen is het wonderlijk gesteld; naast allerlei gewone beroepen, tot "inlands kramer", dus straatventer, toe vindt men er meerdere keren een "onderwijzer der jeugd" onder.

Wanneer men echter denkt met één familie te doen te hebben krijgt men moeilijkheden. Immers omstreeks 1750 worden de bronnen, die doeltreffend uitsluitsel geven, schaars en hier en daar zeer gebrekkig. Wij hebben thans heel wat gezinnen en zelfs kleine reeksen Brugmannen, die we niet onderling aan elkaar kunnen koppelen; de kans is groot dat het onderling verwanten zijn, maar te bewijzen is het nog niet. In dit opzicht mogen wij niet fantaseren hoewel er veelal aanleiding toe bestaat.

Er is thans één reeks, die, hoewel niet geheel uitgewerkt, toch verschillende belanghebbenden op weg zal kunnen helpen.
Het uitgangspunt is het echtpaar Pieter Brugman en Gerbrigje Slaghem. Deze leefden in de eerste helft van de 18e eeuw in Lutjebroek of directe omgeving. De naam Slaghem, die men nu niet meer aantreft, was toen een bekende naam in die omgeving. Het genoemde echtpaar had meerdere kinderen, maar aantoonbaar uit de gegevens is slechts de zoon Pieter te Grootebroek, gedoopt op 9-1-1735. Deze Pieter had minstens 11 kinderen, waarvan 9 jongens; hiervan zijn er zeker 3 jong overleden. Van drie van de jongens kennen wij, hoewel slechts gedeeltelijk, het nageslacht; achtereenvolgens hebben deze 7, 4 en 12 kinderen. Niet te verwonderen dus dat er thans nog talrijke Brugmannen in onze omgeving wonen, die van deze afstammen.

De reeks ziet er nu als volgt uit:

I.
Pieter Brugman en Gerbrighje Slaghem (ong. 1700 te Lutjebroek)
k. (o.a.)
Jan
Aaltjen
Pieter
gedoopt Grootebroek 18- 3-1731
gedoopt Grootebroek 25-12-1732
gedoopt Grootebroek 9-1-1735

II.
Pieter Brugman, ged. Grootebroek 9-1-1735, ov. Lutjebroek 21-11-1786, gehuwd Lutjebroek 11-5-1760 met Cornelia Lanst, geb. te Hoogwoud (?). Kinderen (allen gedoopt te Lutjebroek):
Dieuwertje
Pieter
Jacob
Gerbrant
Ariaantje
Jacob
Dirk
Gerbrant
Jacob
Jan
Cornelis
3-5-1761 (x Dirk Koning, Hoogkarspel ?)
7-11-1762 (x Aaltje Kort)
13-1-1765
3-8-1766
16-10-1768 (x Jan Koorn)
1-7-1770
1-3-1772 (x Kniertje Schoenmaker)
17-7-1774 (x Antje Keezer)
24-3-1776
15-3-1778
27-2-1780

III.
Pieter Brugman, ged. Lutjebroek 7-11-1762, ov. Lutjebroek 23-7-1808 (?), geh. te Lutjebroek 19-10-1788 met Aaltje Nannings Kort van Hoogkarspel. Kinderen (allen gedoopt te Lutjebroek):
Pieter
Aalsje
Cornelia
Gerbregje
Grietje
Nanne
Dirk
4-10-1789
20-3-1791
20-10-1792
6-7-1794
30-6-1796
21-11-1802
24-3-1805
Van geen van deze kinderen is de nakomelingsschap uitgezocht.

III.
Dirk Brugman, ged. Lutjebroek 1-3-1772, ov. Venhuizen 13-8-1832, boer te Hem (V), gehuwd omstreeks 1797 met Kniertje Schoenmaker, geb. Hem 21-4-1771, ov. Venhuizen 5-1-1849, dochter van Pieter Schoenmaker en Cornelisje Ruyter.
Kinderen (geboren te Hem):
Cornelisje
Cornelia
Cornelia
Pietertje
9-4-1798
23-5-1800
10-1-1802
12-5-1804 (geh. met Cornelis Koster)

De kroon spant echter Gerbrant Brugman, die in het begin van de vorige eeuw schoolmeester te Abbekerk was en daar niet minder dan 7 zoons en 5 dochters kreeg. Over hem is geschreven in het Jaarboek Hist. Gen. Oud Westfriesland, XIII, 1939, blz. 183, naar aanleiding van een merkwaardig verzoekschrift om meer pensioen. Slechts de laatste 10 kinderen kunnen wij hier opnemen.

III.
Gerbrant Brugman, ged. Lutjebroek 17-7-1774, ov. te Medemblik (1) na 1846, gehuwd te Medemblik (?) 6-8-1796 met Antje Keezer (ook wel genoemd Antje Kee). Gerbrant Brugman was tot 1835 schoolmeester en ontvanger der onbeschreven middelen te Abbekerk. Hij ging op zijn oude dag stil leven te Medemblik.
Kinderen (allen geboren te Abbekerk):
ong. 1800 Pieter (1e x Cornelisje Ruyter; 2e x Maartje Jonker)
1802 Jan (x Dieuwertje Gorter)
1804 Grietje (x Meindert Bouman)
1-10-1806 Jacobus (x Geertje Koster)
16-3-1809 Gerbrand
3-12-1810 Jannetje
14-2-1813 Gerbrand (x Geertje Roosendaal)
3-11-1814 Antje, ov. 14-11-1819
15-5-1819 Auke, ov. 8-4-1822
 -4-1821 Antje, ov. 8-4-1822.

Een van de kinderen, Jan, willen wij terloops even vervolgen tot onze eeuw; vele Westfriezen zijn verwant aan deze tak.

IV.
Jan Brugman, geb. Abbekerk 1800 (of 1801), koopman ("inlands kramer") te Hoogkarspel, gehuwd te Abbekerk 9-1-1825 met Dieuwertje Gorter, ged. Hoogk. 2-2-1792, ov. Hoogk. 10-7-1828, dochter van Simon Klaasz. Gorter en Vokeltje Jacobs Leen.
Kind: Simon, geb. Hoogk. 23-11-1825.

V.
Simon Brugman, geb. Hoogk. 23-11-1825, ov. Grootebroek 27-5-1895, veldwachter te Grootebroek. Gehuwd Grootebroek 15-3-1849 met Dieuwertje Bakker, geb. Hoogk. 27-3-1820, ov. Grootebroek 22-6-1890.
Kind: Pieter, geb. Grootebroek 6-4-1859.

VI. 
Pieter Brugman, geb. Grootebroek 6-4-1859, ov. Zwaag 25-5-1938; gehuwd te Grootebroek 25-5-1883 met Teetje Sleutel, geb. Grootebroek 20-1-1859, ov. Abbekerk 29-8-1928.

Wij hopen t.z.t. nog eens in staat te zijn andere reeksen Brugmannen te kunnen opnemen; ook aanvullingen en verbeteringen op de hiervoor gegeven reeks zullen opgenomen worden, waarvoor wij gaarne de medewerking van de belanghebbenden verzoeken.


© 1954-2024 | Westfriese Families | E-mail | Sitemap
"Die zijn voorgeslacht niet eert, is zijn eigen naam niet weerd."

Westfries Genootschap