Westfriese families
Westfriese Families

Kwartaalbladen » 1954-1966 (jaargang 2) » No. 3 » pagina 57-59

Een Westfries boerengezin uit de vorige eeuw

Bij het onderzoek naar de verwantschappen van de Westfriese dorpsbewoners kan men steeds opmerken, dat tot omstreeks 1850 deze bewoners zeer "hokvast" waren en daarnaast een sterk "standsgevoel" bezaten. Man en vrouw stamden uit gezinnen, die meestal niet meer dan 10 km uit elkander woonden; boerenzoons trouwden met boerendochters; ambachtslieden met hun soortgenoten en maar zelden kwam het voor, dat een zoon of dochter van een arbeider ("dienstbare") buiten zijn of haar kring een huwelijk sloot. De naamgeving van de kinderen was aan strenge regels gebonden, die slechts door bijzondere familieomstandigheden verbroken werden. In alles stak een zekere traditie, die nu wel volkomen gebroken is, zonder dat wij daar nu in alle opzichten rouwig om behoeven te zijn!

Een maatgevend gezin voor de hierboven geschetste omstandigheden uit de laatste jaren van deze opvattingen is ongetwijfeld het echtpaar Klaas Koster en Dieuwertje Druif. Vermoedelijk zullen vele van onze lezers de vermelde namen kennen en ook nog wel nazaten van de vermelde personen. Door heel West-Friesland verspreid - en ook daarbuiten - kan men deze thans aantreffen.

De "gezinskaart" nemen wij over; deze vermeldt:
Klaas Reyerszoon Koster, geboren te Westwoud op 3-2-1816, gedoopt te Twisk op 11-2-1816, zoon van Reyer Jansz. Koster en Antje Zijp, trouwt te Twisk op 15-4-1838 met Dieuwertje Druif, geboren te Twisk op 18-12-1817, dochter van Pieter Druif en Neeltje Butter.
Klaas Koster, boer en landeigenaar in de Baarsdorpenneer (onder Berkhout), dijkgraaf van de Baarsdorpermeer, overleed aldaar op 17-6-1877; zijn weduwe, Dieuwertje Druif, aldaar op 7-5-1882. Ze zijn op het kerkhof te Berkhout begraven waar een liggende grafzerk de bijzonderheden vermeldt.

De kinderen (gemakshalve zijn alleen opgenomen de kinderen, die zelf een gezin hebben gesticht) uit dit huwelijk zijn de volgende acht:

1. Neeltje Koster, geboren Berkhout 16-9-1841; getrouwd te Berkhout in 1864 met Cornelis Kamp.
2. Reyer Koster, geboren Berkhout 28-8-1843, getrouwd te Berkhout in 1867 met Sijtje Nobel.
3. Antje Koster, geboren Berkhout 22-2-1845, getrouwd te Berkhout in 1867 met Hendricus Loots.
4. Pieter Koster, geboren Berkhout 21-5-1846, getrouwd te Berkhout in 1869 met Neeltje Koomen.
5. Jan Koster, geboren Berkhout 26-2-1848, getrouwd te Berkhout in 1869 met Trijntje Slagter.
6. Klaas Koster, geboren Berkhout 5-3-1851, getrouwd te Berkhout in 1876 met Ariaantje Stelling.
7. Maartje Koster, geboren Berkhout 12-9-1852, getrouwd te Berkhout in 1873 met Gerrit Benit.
8. Elisabeth Koster, geboren Berkhout 5-5-1855, getrouwd te Berkhout in 1877 met Remment Peetoom.

Klaas Reyersz. Koster was een zoon van Reyer Jansz. Koster en Antje Zijp.
Van vaderszijde was hij een afstammeling van het uitgebreide geslacht Uit Binnewijzend-Oosterblokker; minstens vier generaties voorouders zijn hiervan bekend, alle veehouders en bekleders van allerlei dorpsfuncties (burgemeester, schepen, kerkelijke gezagsdragers, polderfuncties); ook Johannes Koster, beschreven in Westfriese Families 1e jg. nr. 3, behoorde er toe. Zijn moeder, Antje Zijp, was van de Twisker Zijpenfamilie (beschreven in "Stamreeks Zijp", uitg. de Bot, 1951), alle boer, vele burgemeester.

De vrouw van Klaas, Dieuwertje Druif, was een dochter van Pieter Druif, boer te Twisk en Neeltje Butter. De familie Druif was een oud Twisker geslacht; zijn ouders, Teunis Druif en Dieuwertje Steen, waren eveneens werkzaam in het boerenbedrijf, evenals meer familieleden te Twisk, Opperdoes en Oostwoud. Neeltje Butter was een boerendochter uit Hauwert; haar vader werd vóór 1800 genoemd Jan Boterkooper; hij was afkomstig uit Venhuizen en behoorde tot een uitgebreid geslacht, waarvan de nazaten tot in onze tijd in West-Friesland bekend zijn. Zijn vrouw, Lijsbeth Beemster, was uit het Midwouder geslacht Beemster, ook een zeer uitgebreid boerengeslacht.

De kinderen van Klaas Koster en Dieuwertje Druif geven aanleiding tot de volgende opmerkingen:
De oudste, Neeltje, geboren te Berkhout (in de Baarsdorpermeer, op de boerderij, waar trouwens alle kinderen zijn geboren) op 16-9-1841, trouwde te Berkhout 24-4-1864 met Cornelis Kamp, een zoon van Dirk Kamp en Geertje Waal, landman te Berkhout en stamvader van het Berkhouter geslacht Kamp (o.a. behoort hiertoe de algemeen bekende heer Dirk Kamp, geboren te Berkhout, thans te Avenhorn). Zij betrokken een boerderij, die aan vader Koster behoorde, te Venhuizen.

De tweede was een zoon, Reyer, te Berkhout geboren op 28-8-1843. Hij trouwde te Berkhout op 21-4-1867 met Sijtje Nobel, te Oostwoud geboren op 9-2-1840, dochter van Simon Nobel en Marijtje Koster (Marijtje Koster was een dochter van Johannis Koster en Sijtje Groot, zie Koster, 1e jg. nr. 3).
Simon Nobel was afkomstig uit Bobeldijk en een telg uit het zeer uitgebreide boerengeslacht Nobel; ouden van dagen herinneren zich de tijd, dat de meeste boerderijen in Bobeldijk (een weg, oorspronkelijk waterkering, evenwijdig lopend met de dorpsweg van Berkhout, waaronder Bobeldijk behoort) door Nobels of verwanten er van bewoond werden. Hoewel thans verspreid wonen er nog steeds nazaten in Bobeldijk. Ook Simon Nobel is later weer naar zijn geboorteplaats teruggekeerd.

Op Reyer volgt Antje Koster, te Berkhout geboren op 22-2-1845 en daar getrouwd op 21-4-1867 met Hendricus Loots, boer te Berkhout, zoon van Pieter Loots en Jantje Koster. Pieter Loots was uit een oud Enkhuizer koopmansgeslacht afkomstig; hij was in 1835 met een boerendochter uit Binnenwijzend, Jantje Koster, getrouwd en toen boer te Berkhout geworden. Pieter is dus de stamvader van de Berkhouter familie Loots. Jantje Koster was weer een telg uit het uitgebreide Koster-geslacht.

Pieter Koster, het vierde kind, te Berkhout geboren op 21-5-1846, trouwde te Berkhout op 28-4-1869 met Neeltje Koomen, te Berkhout geboren op 24-12-1847 en dochter van de Berkhouter boer Jan Koomen en Trijntje Schuitemaker. De Koomens behoren tot een boerengeslacht, dat in die tijd in de plaatsen Midwoud - Hauwert - Zwaag en Berkhout woonde; de Schuitemakers kwamen uit Berkhout, met vele verwanten in Avenhorn - Oudendijk -Grosthuizen.

Na het overlijden van Trijntje Schuitemaker in 1858 hertrouwde Jan Koomen met Neeltje Kommer; uit dit tweede huwelijk zijn zes kinderen geboren, uit het eerste twee. Pieter Koster was boer in de Leek (Berkhout) op een plaats van vader Reyer Koster.

Op Pieter volgde zijn broer Jan, te Berkhout geboren op 26-2-1848 en daar getrouwd op 28-4-1869 met Trijntje Slagter, dochter van Klaas Slagter en Grietje Winkel, boer te Wognum. Jan Koster was boer in.de Baarsdorpermeer (Berkhout). Zijn vrouw, Trijntje Slagter, was te Wognum geboren in 1848 als dochter van Klaas Slagter en Grietje Winkel, boer te Wognum. Zowel de Slagters als de Winkels behoren reeds minstens twee eeuwen tot de meest bekende en verspreide boerenfamilies te Wognum en omgeving (Twisk, Zwaag, Sijbekarspel).

Jan werd gevolgd door Klaas Koster, te Berkhout geboren op 5-3-1851. Klaas trouwde te Berkhout op 19-4-1876 met Ariaantje Stelling, een dochter van Cornelis Stelling en Trijntje Kroonenburg, landman, eerst te Schellinkhout (waar Cornelis in 1854 getrouwd was) en na 1857 te Berkhout. Ariaantje Stelling was in 1857 te Schellinkhout geboren. Na het overlijden van Klaas Koster, die boer in de Leek (Berkhout) was, hertrouwde zijn weduwe met Arie Dikstaal, veehouder op dezelfde boerderij. De Stellings behoren tot een oude Westfriese familie die te Wijdenes, Schellinkhout en Midwoud gewoond hebben.

Als zevende kind volgt nu Maartje Koster, te Berkhout geboren op 12-9-1852 en te Berkhout getrouwd op 18-4-1873 met Gerrit Benit, te Abbekerk geboren als zoon van Jan Caspar Benit en Trijntje Zijp; bij haar huwelijk was vader Benit reeds overleden. De Benitten zijn afkomstig uit Purmerend en behoorden daar tot een koopmansgeslacht; Trijntje Zijp is er een uit de bekende Twisker Zijpenfamilie. Gerrit Benit was boer te Abbekerk.

De laatste van de kinderen was Elisabeth, te Berkhout geboren op 5-5-1855 en aldaar getrouwd op 22-4-1877 met Remment Peetoom, zoon van Hendricus Peetoom en Trijntje Bruin en veehouder te Berkhout. In Westfriese Families, 1e jg. nr. 4, is een beknopt overzicht over de familie Peetoom opgenomen; t.z.t. zal een meer volledige stamboom van de Peetooms in ons blad verschijnen. Elisabeth Koster overleed reeds op 10-9-1880 en liet twee kinderen na; Remment Peetoom hertrouwde te Berkhout in 1884 met Maartje Koomen, een dochter van Jan Koomen uit diens tweede huwelijk, nu met Neeltje Kommer. Zodoende waren Maartje Koomen en Neeltje Koomen, de vrouw van Pieter Koster (het vierde kind van Klaas Reyersz. Koster en Dieuwertje Druif) halve zusters. Behalve Maartje Koomen werden in dit tweede huwelijk van Jan Koomen en Neeltje Kommer nog één zoon en drie dochters geboren. Uit het tweede huwelijk van Remment Peetoom met Maartje Koomen werden vier zoons en een dochter geboren. Zodoende is uit deze huwelijken een grote nakomelingschap ontstaan.

Hiermede zijn de acht kinderen van Reyer Koster en Dieuwertje Druif besproken. Opvallend is, dat naast het grote aantal geslachtsnamen er toch telkens weer dezelfde families naar voren komen. De onderlinge verwantschap van de Westfriese plattelandsgeslachten is dan ook wel zeer groot!

Na het overlijden van Dieuwertje Druif op 7-5-1882 werden de goederen onder de kinderen verdeeld. De boerenplaats in de Baarsdorpermeer kwam aan Hendricus Loots; de plaats in de Leek aan Klaas Koster; die in de Leek - hoek Grootweg aan Pieter Koster. Een kleine plaats in de Baarsdorpermeer met los land aldaar kreeg Jan Koster en de boerenplaats te Venhuizen kwam aan Cornelis (genoemd Kees) Kamp. Tesamen was de landoppervlakte bijna 60 ha, vrijwel alles prima weiland.


© 1954-2024 | Westfriese Families | E-mail | Sitemap
"Die zijn voorgeslacht niet eert, is zijn eigen naam niet weerd."

Westfries Genootschap