Kwartaalbladen » 1967 (jaargang 8) » No. 3 » pagina 35-37
Slechts een vijftal nieuwe uitgaven kunnen in dit nummer van
Westfriese Families worden besproken - er zijn er veel meer want er
wordt thans zeer veel gedrukt - blijkbaar ook zeer veel gekocht. Een
verblijdend teken!
Allereerst dan een uitgave uit de reeds algemeen bekende Fibulareeds
die, volgens de mededeling "belangstelling voor en het onderzoek
van de geschiedenis wil stimuleren door prettig leesbare boekjes".
Een nobel streven, maar jammer is het hier bedoelde, Gids voor de
Nederlandse Archieven, geschreven door de Groninger archivaris Dr. W.J.
Forrnsrna, veel te zwaar voor jeugdige en oudere amateurs. De afstand
tussen de "geleerdheid" en de belangstellende amateur is nog
steeds zeer groot, en dit, overigens zeer fraaie boekje, is er weer een
bewijs van. De meest simpele zaken, zoals de betekenis van een
kwartierstaat, stamreeks, stamboom en parenteel, worden bv. niet
genoemd, wel uitvoerige gegevens over de opleiding, vol met
vakuitdrukkingen. De uitvoering is mooi, maar de afbeeldingen, die sterk
verkleind zijn weergegeven, zijn veelal onleesbaar door het kleine
formaat. De vele verwijzingen naar de literatuurlijst, hoewel hinderlijk
bij het doornemen van het boekje, zijn niet te ontberen, maar waar
moeten wij dan in die lijst bijv. vinden nr. 940. Regels voor het
uitgeven van historische bescheiden (Utrecht 1966)? Jammer, in de
allereerste plaats diende een dergelijk fraai boekje bruikbaar te zijn
voor hen, waarvoor het is bedoeld.
Nu volgen enkele uitgaven die op onze streek betrekking hebben en
ongetwijfeld door velen kunnen worden geraadpleegd.
Voor het hoge noorden is uitgekomen "12 Eeuwen Katholicisme aan het
Marsdiep", samengesteld door M.M.J. Hoogenbosch, ter
gelegenheid van het 125-jarig bestaan van de parochiekerk St. Petrus en
Paulus. Bijzonder nauwkeurig heeft de schrijver alles nagegaan en
beschreven wat er over dit onderwerp te vinden was en het doet prettig
aan dat hij van de genoemde personen steeds de bijzondere kwaliteiten
naar voren weet te halen aan de hand van voorbeelden. Vooral voor onze
katholieke lezers, die familie of bekenden in Den Helder en omgeving
hebben, is dit boek van belang. De eerste hoofdstukken, die de
voorgeschiedenis behandelen, zijn van meer algemeen belang.
Literatuuropgaven en naamlijsten maken het werk voor belanghebbenden nog
gemakkelijker te raadplegen.
Als gewoonlijk is er weer een en ander voor Alkmaar en omgeving
verschenen. Allereerst het jaarboekje, waarvan nu het tweede nummer
verscheen, minstens zo goed als het eerste, dat in ons blad van oktober
1966 uitvoerig werd beschreven. Als dit zo door mag gaan - en gezien de
schrijvers beschikt Alkmaar over voldoende deskundigen om een bijdrage
te leveren - wordt het een fraaie reeks, waarin de meest uiteenlopende
onderwerpen worden behandeld. Belanghebbenden kunnen er zeker van zijn
dat deze boekjes na verloop van tijd zeldzaam zullen worden - laat men
ze daarom als een kostbare en belangrijke bron van gegevens vooral goed
bewaren.
Van geheel andere aard is het pas verschenen werkje "Alkmaar in
oude ansichten". In deze serie-uitgavenreeks van de Europese
Bibliotheek te Zaltbommel is dus thans een nummer, van belang voor onze
omgeving, verschenen. De archivaris van Alkmaar, de heer Wortel, deelt
in het voorwoord mede, dat de eerste verzorger van de Gemeentelijke
prentverzameling, C.W. Bruinvis, reeds in de eerste jaren van onze eeuw
alle prentbriefkaarten heeft verzameld die er toen uitkwamen. Daaruit is
een keuze gemaakt, meer dan 150 stuks zijn er overgenomen in dit
prachtige boekje op dezelfde schaal als de oorspronkelijken. Ze dateren
van de jaren rondom de eeuwwisseling en geven een prachtig beeld van het
oude Alkmaar, hoewel de afbeeldingen nog lang geen eeuw oud zijn! De
ouderen zullen er herkenningen in doen, de jongeren zullen verbaasd zien
hoe een stad in zo'n kort tijdsbestek veranderd is. De onderschriften,
kort en sober gehouden maar zeer prettig leesbaar, zijn van de
Alkmaar-kenner R. Bankert.
Ook Hoorn krijgt een beurt. Opmerkelijk is het dat in het maandblad van
onze grote zustervereniging, de Nederlandse Genealogische Vereniging,
maar zelden iets voorkomt wat op onze omgeving betrekking heeft. En
daarom was het een volkomen verrassing dat het oktober-novembernummer
geheel gewijd was aan een bij uitstek bekende Hoornse familie,
Bierenbroodspot. De schrijver en onderzoeker, N.H. Slinger uit Overveen,
is er in geslaagd om een vrijwel volledig overzicht van deze familie te
geven vanaf de eerste sporen, omstreeks 1575, tot heden toe samen te
stellen en in een vlot verhaal weer te geven.
Op voortreffelijke wijze heeft hij de familie voor ons doen leven - een
typische schippersfamilie -; de vele bijzonderheden, die hij uit
allerlei archief- en andere bronnen wist te vinden, tonen aan dat de
Genealogie, op deze wijze beschreven, heel wat anders is dan de
zouteloze namen-reeksen die volgens de klassieke opvattingen nog steeds
worden gepubliceerd.
Bijzondermooi zijn ook de illustraties: goed leesbaar en voor wat
betreft de kleurenfoto's van buitengewone kwaliteit; Een van de
belangrijkste objecten uit het Westfries Museum, het schilderstuk van
Vroom van 1622, gezicht op Hoorn, is hiermee publiek eigendom geworden!
Naast het uitnemende boek van Merens, een Westfriese Regentenfamilie,
dat vooral de Hoornse regenten beschrijft, is dit tijdschriftartikel een
waardige tegenhanger omdat hierin vooral de burgerij behandeld wordt in
zijn doen en laten. Onze hulde voor de schrijver, die moeiten noch
kosten gespaard heeft om het verhaal over het Hoornse schippersgeslacht
Bierenbroodspot tot stand te brengen. Omdat ook de aangetrouwden aan hun
trekken komen kunnen zij, die in Hoorn voorouders gehad hebben, er ook
een dankbaar gebruik van maken.
Als laatste boek voor dit nummer willen wij de aandacht vestigen op een
jubileumuitgave, in 1966 verschenen, nl. ter gelegenheid van het
50-jarig bestaan van de zuivelfabriek Lutjewinkel. Wij leerden het
bestaan van dit boekje uit de "Kroniek van Westfriesland" van
mevrouw Tuender-Nobel, regelmatig voorkomend in het jaarboek van het
Historisch Genootschap Oud West-friesland. Dankzij de voorzitter van
Lutjewinkel konden wij kennis nemen van dit werkje; enkele jaren geleden
werd in ons blad besproken de jubileum-uitgave van Aurora te Opmeer.
De inhoud van beide boekjes is vrijwel overeenkomstig: data, cijfers en
namen, en daarom uitermate belangrijk voor de geschiedenis. Vooral op
zuivelgebied zijn wij in onze omgeving uitermate goed voorzien van
bronnen en deze beide boekjes nemen daarbij een belangrijke plaats in.
Wat echter een verschil in uitvoering! Aurora is goed, eenvoudig en
zakelijk, maar Lutjewinkel is een kunstwerkje geworden dat men niet
zomaar weg doet na kennisname. Bij nadere kennisname blijkt dan ook dat
het jubileumboekje van Lutjewinkel een pennevrucht is van de heer
Kruithof, sekretaris van het Instituut voor Land- en Tuinbouw-Coöperatie
te Alkmaar, dezelfde, die het fraaie boekje
"Fabrieken-Bond-Mensen" samenstelde in 1956, eertijds ook in
ons blad genoemd.
****************
Het is verleidelijk nog even een paar boekwerken te bespreken die,
nadat deze bijdrage al was afgesloten, onder onze aandacht kwamen.
Opnieuw weer Alkmaar: door bemiddeling van de Directie van het Hooge
Huys (Levensverzekering) ontvingen wij "Portret van Alkmaar" -
evenals Lutjewinkel door Mevrouw Tuender-Nobel in de Bundel van het
Hist. Genootschap genoemd. Naast "Alkmaar in oude ansichten"
is ook dit boekje voor hen, die verwanten in Alkmaar hebben, van belang.
De uitvoering is fraai: veel foto's waaronder in kleuren, vooral met
betrekking tot de huidige aktiviteiten te Alkmaar - alles voorzien van
een bespiegelende tekst. Van enige reclame merkt men in het geheel niets
- zeldzaam voor een jubileum-uitgave (75-jarig bestaan van 't Hooge
Huys) waarvan de leiding een hoge opvatting van haar taak blijkt te
bezitten. Het boekje is uitstekend gebonden en heeft het aardige
vierkante formaat. Met "oude ansichten" en dit werkje is de
stad Alkmaar uitstekend voor de dag gekomen.
Van geheel andere aard is het pas uitgekomen boek "Velsen",
van groot belang voor wie in die buurt verwanten heeft en voor allen
die, naast algemeen geschiedkundige liefhebberij, bijzondere
belangstelling hebben voor de archeologie (de voorgeschiedenis). De heer
Calkoen is zowel de schrijver als de tekenaar van de vele fraaie
afbeeldingen - hij is tevens de gangmaker van de bloeiende vereniging
van amateur-archeologen voor Westelijk Nederland. Vele publikaties in
hun blad "Westerheem" zijn van zijn hand. Deze vereniging is van
geheel andere aard dan de Archeologische Werkgroep
"West-Friesland", ondergebracht bij het Hist. Genootschap.
Deze laatste organiseert het onderzoek dat door deskundigen wordt
verricht; Westelijk Nederland is een groep geestdriftige amateurs die,
onder deskundige leiding, zelf aan het onderzoek deelnemen en zelf de
vreugde dragen van hun vondsten. Het fraaie boek "Velsen"
geeft echter meer dan alleen de archeologie: het is een prachtig stuk
geschiedenis van Velsen, zeer mooi uitgevoerd. Jammer alleen, dat het zo
kostbaar is!
© 1954-2024 |
Westfriese Families |
E-mail |
Sitemap
"Die zijn voorgeslacht niet eert, is zijn eigen naam niet weerd."