Kwartaalbladen » 1976 (jaargang 17) » No. 2 » pagina 28
"Mijn!" klonk het 's avonds half tien in de herberg
"De Groene Valk" van Hoogwoud. Met een klap viel de hamer van
notaris Pieter Everard Levert op tafel. Daarmee was korenmolen "De
Lastdrager" het eigendom geworden van Cornelis Corneliszoon Bos
voor "eene somma van twee duizend zes honderd en tien gulden".
Het gebeurde donderdag 14 juni 1827. Kastelein Lodewijk Blanchard had
het die dag druk met de voorbereidingen van de veiling. Om 6 uur, toen
de gelagkamer haast uitpuilde en blauw stond van de rook, begon de
"publieke verkoping bij opbod en afslag van eene achtkante
Wind-koorn-molen, benevens een woonhuis en erf, beide staande en gelegen
op kerkegrond te Hoogwoud, belend met de weg ten Noorden en ten Westen
en het land van Jan Vlaar ten Zuiden; zijnde hetzelve bezwaard met eene
jaarlijksche erfpacht van vijf gulden, ten behoeve der Hervormde Kerk
van Hoogwoud".
Molenaar Maarten Schrieken was in 1818 overleden. Zijn weduwe, Catharina
Schoenmaker, had het bedrijf nog enige jaren draaiende gehouden, maar na
haar huwelijk met Cornelis Smit van der Willigen besloot ze de molen te
verkopen, ook omdat haar drie kinderen nog minderjarig waren. Toen de
betaling op 26 juli d.a.v. plaatsvond, maalde molen al weer lustig en
was het gezin van Cornelis al inwoner van Hoogwoud geworden. De molen
zou tot 1968, dus 141 jaren, in de familie blijven.
Wie was deze Cornelis Corneliszoon Bos? Het antwoord op deze vraag ligt
niet alleen in het verre verleden, maar ook hier ver vandaan. Ten oosten
van de Elbe in Mecklenburg (thans DDR) ligt de bisschopsstad Schwerin,
die aan het einde van de 12e eeuw door de Saksische hertog Hendrik de
Leeuw was gesticht. Hij had dit land na ettelijke pogingen veroverd op
de Obotriten, een Slavische Volksstam, na hun aanvoerder Niclot gedood
te hebben. Afstammelingen van deze aanvoerder kregen later dit land in
leen en zouden, nadat het in 1348 een hertogdom geworden was, tot in de
20e eeuw in handen houden. Ongeveer 17 km oostelijk van Schwerin ligt
het stadje Crivitz, dat reeds in 1251 wordt genoemd.
In deze plattelandsgemeente werd omstreeks 1590 geboren Christoph Busch.
Over zijn ouders is niets bekend. In een belastinglijst van 1632, waarop
140 gezinnen voorkomen, prijkt zijn naam bovenaan met de toevoeging:
burgemeester. Een paar jaar later is hij overleden. Omstreeks 1625 werd
weer ene Christoph Busch geboren, die waarschijnlijk zijn zoon is. Van
hem is bekend, dat hij eerst het ambt van "Stadtvogt" of wel
drossaard van de hertog bekleedde en op 10 februari 1667 tot
burgemeester werd gekozen. Hij was niet lang in deze funktie werkzaam,
op 9 april van hetzelfde jaar stierf hij reeds.
© 1954-2024 |
Westfriese Families |
E-mail |
Sitemap
"Die zijn voorgeslacht niet eert, is zijn eigen naam niet weerd."