Westfriese families
Westfriese Families

Een (on)aangename verrassing voor Jan Otte

Op 11-7-1841 trouwde te Hoorn de 25-jarige arbeider Jan Otte met Gezina Hinkel, dienstbode van beroep. Jan was op 8-5-1816 te Hoorn geboren als zoon van de arbeider Johannes Otte, die al voor Jans huwelijk was overleden op 9-2-1835 aan de Overtoom, 58 jaar oud, en Barendje Pieters Pot. Zij overleed op 64-jarige leeftijd op het Achterom te Hoorn op 17-11-1849.
De bruid woonde ook in Hoorn, maar was geboren te Groningen op 3-5-1815 als dochter van Hendrik Hinkel en Harmanna Meijer. Vier goede bekenden van het bruidspaar waren hun getuigen.
Dit huwelijk bracht zes kinderen voort, allen te Hoorn geboren:
Johannes, geb. 3-5-1842, trouwde als arbeider met Hillegond Veenis;
Hendrik, geb. 1-7-1844, werd koopman en trouwde met de weduwe Maria Theresia Verbeek;
Catharina, geb. 30-1-1847;
Jan, geb. 14-1-1850, waarover hierna meer;
Barend, geb. 9-7-1852 en overl. 5-3-1853, en tenslotte Hermanna geb. 30-7-1855 en overl. 18-5-1856.

Vader Jan Otte stierf op 8-2-1855 te Hoorn en moeder Gezina Hinkel, die met vier kleine kinderen achterbleef, hertrouwde op 31-10-1856 met de arbeider Bartholomeus Swart, die op 22-2-1809 te Naarden was geboren als zoon van Willem Swart en Aaltje Schram.
Uit dit huwelijk werd op 3075-1857 nog een zoon Willem geboren, die echter al op 23-12-1857 stierf.
Gezina overleed uiteindelijk op 17-11-1873 in de Baanstraat te Hoorn, waarna Bartholomeus Swart hertrouwde met Anna Katrina de Bree. Hij stierf op 14-41897 op de Zeedijk te Hoorn, 87 jaar oud.

Jan Otte junior van 1850 werd arbeider en trok in het begin van de zeventiger jaren weg uit Hoorn. Uiteindelijk kwam hij in België terecht en wel in Hoboken. Het was daar dat hij de even oude Carolina Soethout leerde kennen. Zij kwam oorspronkelijk uit Chaam, waar zij op 8-12-1850 was geboren als dochter van de landbouwer Hendrik Soethout, die op 16-5-1850 te Chaam was getrouwd met Elisabeth Dankaarts. Hendricus was 7-7-1815 geboren te Gilse als derde van de zeven kinderen van de gereformeerde tuinman Johannes Soethout, afkomstig uit Prinsenhage, en Anna van de Water uit Oosterwijk. Zijn vrouw Elisabeth was ook gereformeerd en was te Hapert op 17-10-1823 geboren als dochter van de landbouwers Johannes Jacobus Dankaarts en Johanna Wouters. Naast Carolina hadden Hendrik en Elisabeth nog een dochter Maria Johanna, geboren te Chaam op 2-12-1852. Het gezin moet voor 1860 verhuisd zijn (mogelijk naar Hoboken, België), want dan komen zij niet meer voor in het bevolkingsregister van Chaam.

Hoelang deze vrijage tussen Jan en Carolina heeft geduurd, is niet meer na te gaan, maar in ieder geval keert Jan Otte vóór 1875 alweer terug in Hoorn.
Daar trouwt hij op 7-5-1875 met Trijntje Pot, geb. op 1-9-1851 op het Keern te Hoorn als dochter van de uit de Wormer afkomstige korenmolenaar Harmen Pot en diens vrouw Guurtje Jongens. In een huis achter de Grote kerk wordt op 9-3-1876 hun eerste kind geboren, die ze vernoemen naar Jans stiefvader Bartholomeus.

Inmiddels is in België Carolina Soethout tot de ontdekking gekomen dat de kortstondige vrijage met Jan Otte niet zonder gevolgen is gebleven. En zo wordt uit deze 'vleselijke conversatie' op 18-3-1875 te Hoboken een zoon geboren, die als Nicolaus Ludovicus Soethout wordt ingeschreven. Een geboorte waar Jan Otte waarschijnlijk nooit iets van geweten heeft.
Twee jaar later heeft Carolina vermoedelijk het besluit genomen om Jan met dit feit te confronteren, mogelijk in de hoop op een huwelijk, omdat ongehuwd moeder zijn bepaald geen genoegen zal zijn geweest, zeker niet in het zuiden.
Daarom trekt zij met haar zoon via Rotterdam, dat zij op 23-7-1877 verlaat, richting Hoorn. Om daar waarschijnlijk te ontdekken, dat Jan inmiddels al gehuwd is. Overigens zal Jan wel behoorlijk geschrokken zijn toen Carolina hem zijn zoon onder de neus hield.

Carolina gaat dan noodgedwongen als dienstbode werken bij Jacob Dekker te Berkhout. Op 14-2-1878 trekt zij als dienstbode in bij A. Greidanus, inlands kramer te Avenhorn. Deze heeft een zoontje en is dan drie maanden weduwnaar. Maar twee maanden later, op 27-4-1878 verhuist ze toch naar Hoorn, om huishoudster te worden bij de schippersknecht Jan Soutendijk, vader van twee kinderen en net een maand weduwnaar. Als deze weer twee maanden later besluit om te hertrouwen (op 28-6-1878 met Elisabeth Tissing, waarna zij op 2-41881 naar Medemblik verhuizen), blijkt voor Carolina het tij inmiddels te zijn gekeerd.
Want Jan Otte was een half jaar eerder weduwnaar geworden. Trijntje Pot stierf namelijk op 29-11-1877, 26 jaar oud, in hun huis achter de Grote kerk. Jan neemt dan de verantwoordelijkheid voor zijn daden en trouwt op 21-6-1878 te Hoorn alsnog met Carolina Soethout, waarbij hij tegelijk diens zoon als zijn kind erkent. En zo kwam alles toch weer goed.

Jan en Carolina kregen nog acht kinderen. Op de Botermarkt werden Jan Hendrik, op 11-2-1879, overl. 13-4-1881, en Gesina Elisabeth, op 23-10-1881, geboren.
Beide kinderen werden dus naar hun grootouders vernoemd. Op de Italiaanse Zeedijk werden geboren Hendrik Jan op 13-2-1884, Jan op 27-1-1885, Johannes op 22-11-1887, Carel Christiaan op 9-5-1890, Elisabeth op 6-10-1893 en Trijntje op 7 -5-1896. In die tijd was Jan eerst groentenventer van beroep en later slager.
Carolina Soethout overleed 7-6-1919 op de Italiaanse Zeedijk, 68 jaar oud.
Jan Otte trok, als koopman in vee en wol, op 14-12-1923 in bij zijn dochter Elisabeth te Hoogwoud, die gehuwd was met de slager Pieter Davidson. Op 24-3-1925 ging hij terug naar Hoorn en vestigde zich in de Nieuwsteeg. Maar op 6-9-1928 ging hij definitief naar zijn dochter te Hoogwoud. Hij overleed daar op 12-8-1934, 84 jaar oud.

Van de oudste twee zonen huwde Jans zoon Bartholomeus als koopman met Cornelia Catharina de Graaff en overleed op de Italiaanse Zeedijk op 21-9 1922, 45 jaar oud. Carolina's zoon Nicolaus Ludovicus werd kleinhandelaar, trouwde met Femmina Johanna Hoff en stierf op het Gerritsland op 65-jarige leeftijd op 23-3-1940.

J.W. Joosten, v.d. Woudestraat 41, 1815 VT Alkmaar.


© 1954-2024 | Westfriese Families | E-mail | Sitemap
"Die zijn voorgeslacht niet eert, is zijn eigen naam niet weerd."

Westfries Genootschap