Kwartaalbladen » 2021 (jaargang 62) » No. 3 » pagina 118-119
In februari 2020 benaderde Ed Dekker me of ik geïnteresseerd was voor een vacante plaats in het
bestuur van de Stichting Westfriese Families. Echter door alle Covid-19 beperkingen kon ik pas in oktober
2021 persoonlijk kennis maken met het bestaande bestuur: een zeer diverse groep van enthousiastelingen met
een rijke ervaring met, en uitgebreide verhalen over hun eigen familie- en andere historische onderzoeken.
Ondanks dat ik me nog een jong broekie op het gebied van familieonderzoek voel in vergelijking met de vele
ervaring van de bestaande bestuursleden, heb ik toch ja gezegd voor een bestuurspost. Vandaar dat ik me nu
aan u voorstel.
Ik ben 60 jaar oud en ben de eerste 20 jaar in Wognum opgegroeid. Daarna heb ik West-Friesland verlaten
voor studie en later werk als onderzoeker en adviseur in de glastuinbouw in Nederland en ver daar buiten.
Op afstand ben ik West-Friesland blijven volgen. Vijf jaar geleden ben ik definitief teruggekeerd naar Wognum.
Daarmee heb ik de gelegenheid om West-Friesland nader te (her)ontdekken.
Mijn interesse gaat uit het landschap, de natuur, de cultuur en de historie van West-Friesland. Ondanks dat
de familiehistorie van de Houter's al 30 jaar geleden door Pieter Houter in een uitgave van Westfriese
Geslachten is verwoord, zijn er voor mij nog vele interessante onderwerpen in kaart te brengen. Allereerst
wil ik me richten op familie-eigendommen in de Leekerlanden, het gebied tussen de voormalige gemeenten Wognum
en Berkhout. Daarnaast zou ik de familiehistorie van Kuin en Pijl nader willen bekijken. Door digitalisering
van archieven heb ik ook al nieuwe feiten van de Houter's gevonden die ik wil koppelen aan de eerder beschreven
familiehistorie. De komende jaren zal ik me niet vervelen. Wie weet kunt u de resultaten lezen in dit tijdschrift
van de Westfriese Families.
© 1954-2024 |
Westfriese Families |
E-mail |
Sitemap
"Die zijn voorgeslacht niet eert, is zijn eigen naam niet weerd."