Jaarverslag van de Commissie voor Westfriese genealogie en naamkunde over 1959

Onze groep, met bovengenoemde officiële betiteling, heeft het afgelopen jaar in rustig tempo doorgewerkt. Naar buiten merkt men ons bestaan vrijwel alleen door het op ongeregelde tijdstippen verschijnende blad 'Westfriese Families'.
Van de derde 'jaargang' zijn nu twee dubbelnummers verschenen, elk met 16 pagina's druks en, behoudens de inhoudsopgave van de tweede jaargang, gevuld met oorspronkelijke familiegegevens van Westfriese geslachten.
Geleidelijk is in de loop der jaren onze uitgave belangrijk veranderd. Wij zijn begonnen met een gestencild blaadje met korte stukjes. Spoedig bleken hieraan meerdere bezwaren verbonden te zijn. Vooreerst waren formaat en leesbaarheid van het stencilwerk voor de werkelijk belangstellenden in Westfriese geslachten bezwaarlijk; men vond, dat deze waardevolle stof, die van hand tot hand gaat en ook later meermalen geraadpleegd zal worden, en zelfs aan betekenis zal toenemen, een normaal formaat en een gedrukte vorm waard was, voorzien van een inhoudsopgave. Niet minder belangrijk was de herhaald vernomen opmerking, dat men meer hechtte aan uitvoeriger en vollediger behandeling van bekende Westfriese geslachten.
In deze derde jaargang, waarvan spoedig het laatste nummer zal verschijnen, zijn vooral twee geslachten uitvoerig behandeld, namelijk de familie Stam (Koedijk en omgeving, met een tak uit de omgeving Hoorn) en Winkel (Sijbekarspel en omgeving). Om een goede samenhang te verkrijgen is het gewenst gebleken om dergelijke uitvoerige stamreeksen, soms voorzien van een beschrijving van belangwekkende bijzonderheden (beroep, maatschappelijke functie's, onderlinge verwantschap e.d.) in een of enkele opeenvolgende nummers te behandelen en daarom is het aantal afgeronde stukken thans zeer beperkt. Wij menen, dat wij hiermede thans op de goede weg zijn. Tegelijk hiermee echter komen weer allerlei bezwaren naar voren.
Vooreerst is de vorm, waarin wij thans ons blad uitgeven, bij de beperkte oplage zeer kostbaar. Willen wij op deze weg blijven doorgaan, dan zal een betere finantiële basis gevonden moeten worden. De minimum inhoud van een 'jaargang' dient toch wel 40 pagina's te zijn, dus vijf nummers van elk acht bedrukte pagina's. Met nog niet eens 150 abonné's is dit, gepaard gaande met de verzendkosten en nog enkele andere kleine onkosten, niet vol te houden. Meer nog door persoonlijke moeilijkheden dan door finantiële bezwaren is er de laatste jaren telkens belangrijke stagnatie opgetreden in de uitgave van ons blad; ook dit dient te verbeteren; als eerste stap zou het gewenst zijn over te gaan tot splitsing van de redactie met verzending en administratie van het blad enerzijds en het secretaris-penningmeesterschap anderzijds.
Een bezwaar van geheel andere aard is de inhoud van het blad. Wij hebben ons zelf voortdurend hogere eisen te stellen. De mogelijkheid bestaat daartoe; de korte ervaring heeft reeds geleerd, dat er zeer veel en zeer belangwekkende stof kan worden verzameld, maar dit kost zeer veel tijd en langdurige voorbereiding. Te gering is nog de variatie van onderwerpen. Geleidelijk breidt de verzameling gegevens van de redactie zich uit door velerlei medewerking; wij bezitten nu reeds meer dan 10.000 'gezinskaarten', waarop de gegevens van een gezin zoveel mogelijk zijn opgenomen. Maar zeker 80% hiervan betreffen personen uit de dorpen rondom Hoorn; van de omgeving Alkmaar en Schagen en van de Westfriese steden zelf tezamen niet meer dan 20%. Gelukkig vonden wij enkelen uit deze laatste streken bereid om voor ons doel hun gegevens te bewerken en beschikbaar te stellen, waarvan de laatste verschenen nummers getuigen. Bij voortduring moeten wij er echter op aandringen het aantal medewerkers uit verschillende delen van West-Friesland (de grenzen nemen wij niet te nauw!) te vergroten.
Bij alle moeilijkheden is het prettig te merken, dat er in brede kring belangstelling is voor ons doel. Dit blijkt vooral uit de toenemende briefwisseling en, hoewel ook daaraan door gebrek aan tijd en stof niet steeds voldoende aandacht geschonken kon worden, achten wij dit toch een zaak van groot belang. Door de briefwisseling ontstaan waardevolle contacten, waarvan zowel de redactie als de belanghebbende briefschrijver profiteert.
Hiermede eindigen wij onze overdenkingen betreffende de genealogische werkzaamheden in het vorige jaar.

C. Koeman,
Waarn. Secr. Westfriese genealogie en naamkunde.